Dat is de conclusie van een door Lodewijck Groep georganiseerde interdisciplinaire expertisebijeenkomst over stikstof met visies van het bevoegde gezag, ontwikkelaars, bestuursrechtjuristen en een milieuexpert.
Lodewijck Groep heeft vorige week een expertisebijeenkomst georganiseerd over het hot item: stikstof. Het item stikstof is de afgelopen maanden en weken breed uitgemeten in het nieuws. Onlangs bracht commissie Remkes het rapport “Niet alles kan” uit, waarin maatregelen gepresenteerd werden voor de korte termijn om het stikstofprobleem terug te dringen. De problematiek rondom stikstof treft vele sectoren, waaronder de bouwsector. Menige keren was al in het nieuws dat 18.000 bouwprojecten stil zijn komen te liggen en ook de conclusie van commissie Remkes ‘dat niet alles kan’ heeft veel stof doen opwaaien. De expertisebijeenkomst bij Lodewijck Groep had echter een interessante conclusie: Er kan juist meer dan gedacht!
Verschillende casussen besproken
Bij de expertisebijeenkomst waren verschillende gemeentes, bestuursrechtjuristen, adviseurs van de adviespraktijk van Lodewijck Groep en milieuexpert Olaf Duisters van Nipa Milieutechniek b.v. aanwezig. Tijdens de bijeenkomst zijn verschillende casussen de revue gepasseerd. Opvallend was dat meer bouwprojecten positief uit de AERIUS berekening komen dan in eerste instantie gedacht. Verschillende casussen zijn besproken: ten eerste de ontwikkeling van een grote detailhandel van ruim 17.000m² bruto vloeroppervlak, ten tweede de uitbreiding van een hondencentrum waarbij dagelijks 60 extra honden opgevangen worden. Beide ontwikkelingen gaan gepaard met (sterk) toenemende verkeersbewegingen, maar kunnen goed onderbouwd toch voldoen aan de stikstofcriteria. Ten derde de realisatie van 21 grondgebonden woningen op een binnenstedelijke ontwikkellocatie waar nu nog een oude fabriek en bedrijfshallen aanwezig zijn, hetgeen een verbetering oplevert ten opzichte van de vorige situatie (toepassing vorm van intern salderen).
AERIUS berekening
Naast de conclusie dat meer kan dan soms lijkt, die de bouwsector wat lucht geeft, zijn er ook aanbevelingen opgesteld voor het Rijk en het bevoegde gezag. De aanwezigen van de expertisebijeenkomst zijn van mening dat het uitvoeren van een AERIUS berekening voor alle ontwikkelingen een onnodig omslachtig proces is. Met name voor kleine ontwikkelingen is het niet nodig om voor elke ontwikkeling een nieuwe berekening uit te voeren, maar zou er kunnen worden volstaan met gegevens van soortgelijke berekeningen. Een gemeente in de Randstad hanteert reeds een zodanige methodiek: Ten tijde van de PAS uitspraak in mei waren er een woningbouwproject van 75 woningen en een van 300 woningen in ontwikkeling. Een onderzoek heeft aangetoond dat deze projecten geen wezenlijke impact hebben qua stikstofuitstoot en derhalve gerealiseerd kunnen worden. Dit onderzoek wordt bij projecten in deze stad die van kleinere aard zijn, gebruikt als onderbouwing zonder dat er een nieuwe AERIUS berekening uitgevoerd hoeft te worden.
Suggestie tool drempelwaarde ‘Niet in betekende mate’ voor stikstof
Daarnaast suggereert Lodewijck Groep aan het Rijk en de Provincies een tool te ontwikkelen die gelijkwaardig is aan de NIBM-tool, waarmee in plaats van de impact op de luchtkwaliteit de impact op de nabijgelegen Natura-2000 gebieden berekend kan worden. Hierbij zou een drempelwaarde ontwikkeld kunnen worden waaronder ontwikkelingen die niet in betekende mate bijdragen aan de stikstofoverschotten in de natuur, doorgang kunnen vinden zonder een AERIUS berekening. Ook dan hoeft geen AERIUS berekening gemaakt te worden.
Dit levert meteen een discussiepunt op, waarvoor Lodewijck Groep u uitnodigt om erop te reageren. Hoe zou het bevoegd gezag om moeten gaan met de cumulatie van verschillende projecten die tegelijkertijd worden gerealiseerd?
Wilt u reageren, ervaringen uitwisselen, sparren of het uitgebreide verslag ontvangen? Neem contact op met Cees Kraaij of Kai Ellenbroek via 085 401 0567, mail naar info@lodewijckgroep.nl of reageer via LinkedIn.
Download hier de presentatie van de Expertisebijeenkomst.