Nadeelcompensatie – de belangrijkste wijzigingen margreet 5 december 2023

Nadeelcompensatie – de belangrijkste wijzigingen

Feline Grabijn is Jurist Bestuurs- & Omgevingsrecht bij Lodewijck Groep en heeft als onderdeel van de invoering van de Omgevingswet zich uitvoerig verdiept in het onderwerp nadeelcompensatie. Dit keer neemt Feline ons mee in de belangrijkste wijzigingen in de nadeelcompensatieregelingen. Lodewijck Groep is specialist in het opstellen van planschade risicoanalyses waarbij we straks, na invoering van de Omgevingswet, spreken over nadeelcompensatie risicoanalyses.

In het vorige artikel van 25 oktober, lichtte Feline onder andere de wijzigingen omtrent het normaal maatschappelijk risico toe. Lees dat artikel hier.
In dit artikel leidt Feline ons door de voornaamste veranderingen in de regelingen omtrent nadeelcompensatie onder de Omgevingswet.

1. Schadeveroorzakende besluiten

De voornaamste veranderingen omvatten een uitbreiding van het aantal en het type schadeveroorzakende besluiten. Enkele essentiële toevoegingen aan de schadeveroorzakende besluiten onder de Omgevingswet zijn onder andere: een omgevingsvergunning voor de binnenplanse- en buitenplanse omgevingsplanactiviteit, maatwerkvoorschriften en vergunningen voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht.

2. Peilmoment voor indirecte schade

Een tweede verandering betreft het verplaatsen van het peilmoment voor indirecte schade. Onder de Omgevingswet wordt het peilmoment voor het vaststellen van schade verschoven naar het moment waarop de schade daadwerkelijk optreedt, in plaats van de datum van inwerkingtreding van het schadeveroorzakende plan of besluit. Voor activiteiten waarvoor geen vergunning vereist is, geldt dat de schade ontstaat op het moment dat er een melding wordt gedaan of feitelijk wordt begonnen met de uitvoering van de activiteit. Onder de Omgevingswet wordt bovendien de omgevingsvergunning beschouwd als het besluit dat schade veroorzaakt, niet het omgevingsplan of de omgevingsverordening.

3. Planologische vergelijking

Een ander onderscheid betreft dat onder het vorige systeem bij een vergelijking gekeken werd naar de maximale invulling van zowel het oude als het nieuwe regime. Bijvoorbeeld, in het geval van een woning waar geen bijgebouw was gerealiseerd, maar waar nog wel de mogelijkheid bestond om er een te bouwen tot een bepaalde hoogte, kon gesteld worden dat zo’n bijgebouw het uitzicht al belemmert, omdat de mogelijkheid tot realisatie planologisch bestond. Onder de nieuwe wet wordt de vergelijking gemaakt met de feitelijke oude situatie (mits legaal) en de maximale invulling van de omgevingsvergunning. Dus zelfs als zo’n bijgebouw mogelijk is, wordt het niet meegenomen in de planologische vergelijking als het nog niet daadwerkelijk is gebouwd.

4. Passieve risicoaanvaarding

Tot slot zijn er nog wijzigingen op komst met betrekking tot passieve risicoaanvaarding. Passieve risicoaanvaarding houdt in dat de eigenaar het risico heeft aanvaard dat bestaande bouw- of gebruiksmogelijkheden op zijn perceel komen te vervallen, ook wel bekend als ‘verwijtbaar stilzitten’. Hierbij wordt beoordeeld of de aankomende veranderingen al geruime tijd zichtbaar waren voor een redelijk denkende en handelende eigenaar, en of er reden was om rekening te houden met de kans dat deze verandering op ongunstige wijze zou plaatsvinden.

In de toekomst kan passieve risicoaanvaarding alleen worden aangenomen als:

  1. Het bevoegd gezag ten minste een jaar voorafgaand aan de wijziging van die regel daarvan kennis heeft gegeven.
  2. Gedurende de drie jaar onmiddellijk voorafgaand aan die kennisgeving, geen activiteit is ondernomen die in overeenstemming is met de geldende regels.
  3. Vanaf het tijdstip van die kennisgeving tot aan het tijdstip van de wijziging is er geen activiteit verricht die in overeenstemming is met de regels in het omgevingsplan of de omgevingsverordening die van toepassing waren, of zijn de benodigde voorbereidingen voor een activiteit op die locatie niet getroffen.

Passieve risicoaanvaarding is momenteel alleen in de jurisprudentie geregeld, maar in de toekomst zal dit allemaal wettelijk worden vastgelegd in artikel 15.6 van de Omgevingswet.

Bovenstaande punten in overweging nemende is af te leiden dat er best wat veranderingen zullen gaan plaatsvinden binnen het nadeelcompensatierecht met de invoering van de Omgevingswet. Wilt u weten wat bovenstaande voor uw ontwikkeling zal betekenen? Neem dan contact met ons op, dan kan een van onze adviseurs u hierover meer vertellen.

Wat kan Lodewijck Groep voor u betekenen?

Lodewijck Groep is specialist in het opstellen van planschade risicoanalyses. In complexe zaken waarbij de (financiële) belangen groot zijn, is soms behoefte aan een second opinion. Ook daar kan Lodewijck Groep u bij van dienst zijn.

Onder de nieuwe Omgevingswet wordt niet meer gesproken over planschade risicoanalyses, maar over nadeelcompensatie risicoanalyses. Onze specialisten kunnen u nu al van dienst zijn door te bekijken of voor uw project een nadeelcompensatie risicoanalyse of een planschade risicoanalyse nodig is.

Neem contact met ons op voor vrijblijvend advies via telefoon 085 401 05 67 of e-mail info@lodewijckgroep.nl. Ons team van specialisten staat u graag te woord!

Chat openen
Kunnen we je ergens mee van dienst zijn?
Welkom bij Lodewijck Groep! Heb je een vraag of kunnen we je ergens mee van dienst zijn?