Wat betekent het advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek voor de Ruimtelijke Ordeningspraktijk? edwinlog 1 oktober 2019

Wat betekent het advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek voor de Ruimtelijke Ordeningspraktijk?

Op 25 september 2019 heeft het Adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van oud-minister Remkes advies gegeven aan het kabinet over mogelijke oplossingen voor de stikstofproblematiek op korte termijn. Aanleiding van het advies is het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 29 mei jl. dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet meer gebruikt mag worden als toestemmingsbasis voor stikstof veroorzakende ruimtelijke ontwikkelingen.

Op hoofdlijnen stelt het Adviescollege dat de stikstofdepositie substantieel omlaag moet en dat de natuur hersteld moet worden. Er zijn specifieke, gebiedsgerichte bronmaatregelen nodig die gericht zijn op het reduceren van emissies en deposities. Het adviescollege geeft aanbevelingen, maar het is aan de politiek om de keuzes te maken.

Lodewijck Groep werpt een blik op de praktijk met de vraag: wat betekent het advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek nu verder voor de Ruimtelijke Ordeningspraktijk?

  • Voor ruimtelijke ontwikkelingen in de buurt van een Natura 2000-gebied blijft het uitgangspunt dat een Wnb-vergunning is benodigd als de stikstofdepositie gelijk of hoger is dan 0,01 mol/ha/jr. Een Aerius berekening kan worden uitgevoerd om de hoogte van de stikstofdepositie te bepalen.
  • Bij een stikstofdepositie gelijk of hoger dan 0,01 mol/ha/jr. kunnen diverse maatregelen getroffen worden om de stikstofdepositie terug te brengen naar 0,00 mol/ha/jr. Zo kan de inzet van elektrische mobiele werktuigen bij de bouw voor minder stikstofdepositie zorgen dan mobiele werktuigen die werken op diesel. Ook interne saldering, waarbij per saldo op dezelfde locatie wordt voorzien in een vermindering van de depositie, is een oplossing om de stikstofdepositie omlaag te brengen en de vergunningsverlening weer op gang brengen.

Uit de Adviespraktijk van Lodewijck Groep

Onderstaand een tweetal voorbeelden uit de Adviespraktijk van Lodewijck Groep waarbij de stikstofdepositie geen belemmering hoeft te vormen voor de ontwikkeling.

Interne saldering als een mogelijke oplossing voor de stikstofdepositie (bij een grootschalige detailhandelsontwikkeling)

In de adviespraktijk van Lodewijck Groep is interne saldering een mogelijke oplossing voor een grootschalige detailhandelsontwikkeling, waarvoor Lodewijck Groep de juridisch planologische procedure voert. De betreffende ontwikkeling zal voor een toename van het aantal verkeersbewegingen zorgen, wat voor een toename in de stikstofdepositie zorgt. Dit heeft een negatieve invloed op het nabijgelegen Natura-2000 gebied. Ondanks de toename van het aantal verkeersbewegingen, hoeft de stikstofdepositie geen belemmering te zijn voor het project. De stikstofdepositie is binnen het project afgenomen, doordat er wordt overgestapt op elektrisch verwarmen. In de bestaande situatie worden de panden nog volledig verwarmt met oude cv-ketels en aardgas. De hoeveelheid stikstofdepositie die door het nieuwe verwarmingssysteem bespaard wordt, is ruim voldoende om de stikstofdepositie van het toenemende aantal verkeersbewegingen te compenseren. Zelfs de uitstoot tijdens de realisatiefase bleek na onderzoek lager dan de stikstofdepositie gedurende dezelfde periode met het huidige gebruik. Interne saldering kan hier dus de oplossing zijn waardoor de stikstofdepositie geen belemmering vormt.

Een bestemmingsplanwijziging hoeft niet direct een toename in de stikstofdepositie te betekenen

Een ander voorbeeld uit de actuele praktijk van Lodewijck Groep is een bestemmingsplanwijziging voor een ontwikkeling in de provincie Noord-Brabant. Met de bestemmingsplanwijziging wordt een bedrijfsbestemming (milieucategorie 3.1) gewijzigd naar een woonbestemming. Op basis van de CROW-cijfers kan geconcludeerd worden dat het aantal verkeersbewegingen zal afnemen. Daarnaast worden de nieuwe woningen gasloos en bovendien gebouwd en voorzien van de meest duurzame technieken. Significant negatieve gevolgen voor Natura 2000-gebieden kunnen daarmee op voorhand worden uitgesloten. Ook hier hoeft de stikstofdepositie geen belemmering te vormen voor de ontwikkeling en de bestemmingsplanwijziging.

Veel ontwikkelingen liggen op dit moment stil door de PAS-uitspraak. Zoals uit de bovenstaande voorbeelden blijkt, hoeft een ontwikkeling niet altijd per definitie ‘stil te liggen’ door de stikstofproblematiek. Het kan lonen om te kijken naar mogelijke oplossingen. Wij zijn u daarbij graag van dienst. Lodewijck Groep blijft de ontwikkelingen rondom het PAS en de stikstofproblematiek op de voet volgen om haar opdrachtgevers zo goed mogelijk te adviseren. Heeft u vragen naar aanleiding van dit bericht, neem dan contact met ons op. Wij staan u graag te woord!

Chat openen
Kunnen we je ergens mee van dienst zijn?
Welkom bij Lodewijck Groep! Heb je een vraag of kunnen we je ergens mee van dienst zijn?